Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dit zijn de maten des [33]altaars, naar de [34]ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de [35]boezem van een [36]el, en een el de [37]breedte; en zijn [38]einde aan zijn [39]rand rondom een span; en dit is de [40]rug des altaars. 33. Versta, het brandofferaltaar, afbeeldende den Heere Christus, met zijn enig zoenoffer, waarmede alle gelovigen in de vier hoeken der wereld gemeenschap hebben; idem, in en op welken zij hun geestelijke offeranden Gode opofferen. Zie Hebr.13:10, en 1 Petr.2:5. 34. Zie boven hfdst.40 vs.5. 35. Of, schoot; dat is, voet of bodem, die onder rondom ging, en alles, wat daarop rustte, als in zijn schoot ontving, vestigde en ondersteunde. Zie vs.14 en vs.17. 36. Versta, in hoogte. 37. Dat is, dikte. 38. Hebreeuws, grens; dat is, het uiterste van dezen boezem. 39. Hebreeuws, lip. 40. Dat is, het onderste deel, het steunsel van al de rest, als wanneer iemand op den rug ligt.